Master of Science in Civil Engineering

Het curriculum civiele techniek biedt u fundamentele kennis met betrekking tot wiskunde, natuurkunde en mechanica. Het zal je trainen om vaardig te worden in het toepassen van technische hulpmiddelen, in communicatie en in het functioneren in een multidisciplinaire omgeving, met een respectvolle, tolerante en kritische houding en toewijding aan ethiek. Met ons programma kun je een competente ingenieur worden, met een breed scala aan technische en wetenschappelijke kennis, terwijl je ook de juiste vaardigheden en attitudes ontwikkelt. Het programma richt zich op het ontwerp en de analyse van geavanceerde constructies, bouwmaterialen en waterbeheer en biedt u brede algemene kennis die kan worden verfijnd op basis van uw voorkeuren. Wat je ook kiest, je krijgt gegarandeerd een opleiding van hoog niveau, op maat van jouw voorkeuren en aangepast aan de laatste evoluties in de wetenschappelijke wereld.

Keuzevakken

De cursussen in het eerste jaar bieden de student de basis die essentieel is voor iemand met de titel van burgerlijk ingenieur (beton, staal, geotechniek, numerieke modellering, experimentele technieken en projectwerk). Met deze verworven basis kunnen de studenten hun tweede jaar afstemmen op hun interesses.

Stage

Onder de optionele cursussen kunnen studenten kiezen voor een stage van 40 of 60 dagen, die plaatsvindt tijdens het tweede jaar. Hierdoor kunnen studenten een eerste werkervaring opdoen in een bedrijf of een onderzoekscentrum naar keuze, aangezien ze het bedrijf zelf kiezen en contacteren.

Overzicht van het Studieplan

Het standaardtraject in Master of Science in Civil Engineering (BRUFACE) (120 ECTS) bestaat uit 5 modules:

1. verplichte gemeenschappelijke vakken (55 ECTS)
2. project (1 project te kiezen uit 3 projecten, 5 ECTS)
3. optieblokken (1 optie om te kiezen uit 3 die worden aangeboden, elk 16 ECTS)
4. keuzevakken (themalijsten) (20 ECTS om uit te kiezen)
5. de masterproef (24 sp.)

Elk van de modules moet met succes worden afgerond om het masterdiploma te behalen. De student dient de vermelde inschrijvingsvoorwaarden te respecteren. De Curriculum Board raadt de student sterk aan om het modeltraject te volgen. Enkel dit modeltraject kan een tijdsplanning garanderen zonder overlappingen van de verplichte opleidingsonderdelen.

De vakspecifieke minimumeisen voor alle afgestudeerden van de masteropleidingen Engineering - ongeacht hun specialisatie - zijn:

• hebben een brede kennis van wiskunde, natuurkunde en scheikunde en een polyvalent wetenschappelijk inzicht. Deze kennis wordt grotendeels in de bacheloropleiding aangeleerd, maar ontwikkelt zich verder in alle vakken op masterniveau;
• basiskennis hebben van mechanica, elektriciteit, elektronica en informatica, wat een veelzijdig begrip biedt van alle constructie- en fabricagetechnieken, hun prestaties en gebruik, en het onderhoud van apparatuur;
• definities kunnen formuleren, abstracties kunnen maken, kritisch kunnen denken, dimensionele analyse kunnen toepassen; beschikken over programmeervaardigheden; (wetenschappelijke) rapportages maken en presenteren, gebruikmakend van informaticabronnen;
• vaardigheden bezitten op het gebied van meten en experimenteren en foutanalyse.

Daarnaast zijn de vereisten voor de afgestudeerden van de master of Science in Civil Engineering:

• structuren en gebouwen kunnen ontwerpen en dimensioneren, de bouwtechnieken kennen, een bouwplaats plannen en organiseren, waarbij ook rekening wordt gehouden met hun duurzaamheid en milieueffecten;
• de eigenschappen en fabricagetechnieken kennen van bouwmaterialen zoals staal, beton en composieten;
• de geologie en topografie begrijpen om routes en grondverzet te berekenen en te tekenen;
• kennis hebben van grondmechanica, funderingstechniek en grondwerken, zoals ontgraven, boren, heien, drainage etc.
• basiskennis hebben op het gebied van hydrauliek en hydrologie.

Afhankelijk van de gekozen optie zijn geavanceerde kennis en vaardigheden opgedaan op het gebied van:

• het ontwerp en de analyse van constructies;
• (geo-)materialen, of;
• hydrologie en waterbeheer.

Naast de eerder genoemde specifieke vaardigheden en kennis heeft de ingenieur ook algemene vaardigheden nodig, die de studenten deels zelfstandig en deels tijdens de opleiding hebben ontwikkeld. Deze vaardigheden omvatten:

• redeneren: logisch denken en ruimtelijk inzicht;
• communicatieve vaardigheden: talenkennis (Engels, Frans, enz.), mobiliteit;
• sociale en burgerschapsvaardigheden: verantwoordelijkheid en teamwerk;
• creativiteit en ondernemersgeest, en efficiënt gebruik van tijd.

De diversiteit binnen de civieltechnische velden zorgt voor een ruime keuze aan beroepen.

Burgerlijk afgestudeerden werken op alle niveaus van de economie. Sommige werken in kleine adviesbureaus, waaronder die die gespecialiseerd zijn in structurele, milieu-, gemeentelijke en geotechnische engineering, en sommige werken in grotere bedrijven die verschillende takken van civiele techniek omvatten.

Anderen werken voor de overheid of zijn een eigen bedrijf begonnen. Afgestudeerden in civiele techniek kunnen over de hele wereld werken, hetzij als adviseur bij hun eigen bedrijven, als werknemers van grote internationale bedrijven, of als vrijwilliger in ontwikkelingslanden.