De mastertrack History of Architecture and Town Planning verkent de evolutie van steden, dorpen en park- en landschapsontwerp in Europa binnen de veranderende mondiale setting.
Steden, gebouwen, parken en landschappen bepalen de setting van ons dagelijks leven. Sommige zijn fascinerende kunstwerken, en geen andere door de mens gemaakte artefacten documenteren de evolutie van sociale relaties, economische trends, technologische innovaties, filosofische opvattingen over mens en natuur, politiek en cultuur op een meer welsprekende manier dan architectuur en stedenbouw. Steden en gebouwen hebben invloed op ons dagelijks leven. Ze bepalen waar en hoe we leven, hoe ver we moeten reizen om onze werkplek te bereiken, ons dagelijkse ritme van onze bewegingen, de dingen die we zien als we onderweg zijn. Hun impact op de gezondheid is duidelijk: stedenbouwkundigen gaven ons onze rioleringssystemen, degelijke volkshuisvesting van architecten en zorggebouwen. Deze mastertrack biedt studenten een rijke en gevarieerde introductie in de geschiedenis en theorie van architectuur en stedenbouw. Omdat zorgarchitectuur een grondig begrip van de geschiedenis en theorie van de architectuur vereist en de wereld van gezonde steden alleen kan worden geanalyseerd tegen de achtergrond van stedenbouw, is het Expertisecentrum Architectuur, Stedenbouw en Gezondheid ingebed in een klassieke benadering van architectuur- en stedenbouwgeschiedenis en theorie. Het stelt studenten in staat zich te specialiseren in klassieke geschiedenis en theorie, de gezondheidseffecten van architectuur en stedenbouw, of een mengsel.
Waarom deze opleiding in Groningen studeren?
De cursus positioneert de evolutie van de Europese stad (inclusief de post-socialistische steden in Centraal- en Oost-Europa) als nauw verbonden met trends en tendensen op wereldschaal. De inbreng van de Thomassen a Thuessink Chair resulteert in een duidelijke focus op de gezondheidseffecten van de gebouwde omgeving en de fenomenen samengevat in het concept gezonde steden (variërend van de hygiënische maatregelen van gisteren tot de urban guerrilla gardening campagnes van morgen)
In Groningen wordt de geschiedenis en theorie van architectuur en stedenbouw gedoceerd binnen de context van sociale, economische, culturele en filosofische fenomenen en gericht op de actieve deelname van de studenten aan het discours over mondiale stedelijke tendensen. Deze zogenaamde 'Groningse school', ingebed in een klassieke kunsthistorische context, verbreedt de grenzen van haar wetenschappelijke verkenningen en richt zich zowel op planners en beleidsmakers als op historici en kunsthistorici.
Verleden, heden en toekomst worden gezien als een continuüm, waarbij de expertise en onderzoeksinstrumenten van de historicus een methodologie vormen die in dit hele continuüm toepasbaar is, met als essentie de overtuiging dat door de mens gemaakte veranderingen altijd moeten worden toegeschreven aan degenen die ervoor verantwoordelijk zijn.
De Rijksuniversiteit Groningen bevordert de samenwerking met universiteiten en instellingen in binnen- en buitenland: de Technische Universiteit Delft, de Technische Universiteit Gent, de Technische Universiteit Berlijn, de ETH Zürich, de Erasmus Universiteit Rotterdam, het International New Town Institute en anderen.
De mastertrack biedt mogelijkheden voor studenten om deel te nemen aan cursussen aan andere universiteiten
De stad Groningen staat bekend als de meest levendige studentenstad van Nederland, met een steeds groeiende internationale studentenpopulatie.
Onderzoek
Het onderzoek van het Expertisecentrum weerspiegelt zijn wortels in de geschiedenis en theorie van architectuur en stedenbouw: het richt zich op architecturale en stedelijke objecten, hun culturele waarden en hun prestaties (met name in termen van gezondheidseffecten). Onderwerpen variëren van stadsbiografieën tot monografieën van ontwerpers, van bouwtypologieën tot de vraagstukken die spelen bij het aanpassen van cultureel erfgoed, van de morfologie van naoorlogse woonwijken tot het gebruik en hergebruik van de openbare ruimte.